IJstijd?
In IJstijd lopen sciencefiction en kunsthistorische beschouwingen, popcultuur en wetenschap, feit en fictie ijskoud in elkaar over. Uitgangspunt van het boek is dat er een grote klimaatramp heeft plaatsgevonden, die (je voelt ’m aankomen) heel Europa onder een dikke ijslaag heeft bedekt. Bekende en minder bekende stukken uit het Louvre spelen een belangrijke rol in het verhaal. Als een soort kunsthistorisch verantwoorde body snatchers trekken ze halverwege het boek heel slim de hoofdrol naar zich toe. Zouden zij iets met het ontstaan van de ijstijd te maken hebben?
Gelukkig is de wetenschappelijk onderlegde, genetisch gemodificeerde hond Hulk ter plaatse. (De Crécy heeft een gepatenteerd zwak voor zulke buitenbeentjes.) Samen met enkele andere idioten neemt hij deel aan een even ambitieuze als lachwekkende archeologische expeditie. Zou het Hulk en zijn mede-avonturiers lukken de onderste steen van het Louvre boven te krijgen?
IJskoud decor
IJstijd speelt op een onherbergzame ijsvlakte die vreemd, maar ergens ook vertrouwd aanvoelt. Een decor waarvan Nicolas de Crécy de vrieskou aan den lijve heeft ondervonden.
Enkele jaren geleden was de stripmaker op reis in IJsland, waar hij een surreëel tafereel aantrof: een winterse vlakte met daarop een volledig ingesneeuwd verkeersbord. In de lente was het verkeersteken vast in één oogopslag duidelijk, maar midden in de sneeuw, tegen een roze wolkenlucht met blauwe bergruggen in de verte, vormde het één groot vraagteken.
De Crécy aarzelde geen moment en haalde zijn fototoestel te voorschijn. Wat een droomdecor voor de strip waarin hij de vertrouwde meesterwerken uit het Louvre met een frisse blik wilde bekijken! Een perfecte omgeving om de soms overbekende beelden nog eens oprecht verwonderd in te aanschouwen. Hoe zou het zijn om de Mona Lisa of Rembrandts Geslachte os te ondergaan alsof je ze zopas, op de ijsvlakte, had ontdekt? Alsof je er voor het eerst oog in oog mee zou staan, even verbluft als de archeologen die voor het eerst kennisnamen van de rotsschilderingen in de grotten van Lascaux.
Welkom in het Louvre
Nicolas de Crécy en de directeur van het Louvre leiden je rond…
Nicolas de Crécy: ‘Ik ben in eerste instantie benaderd door Fabrice Douar, uitgever bij Musée du Louvre Éditions. Hij belde me of ik er iets voor voelde om een strip over het Louvre te maken. Aanvankelijk was ik verbaasd dat zo’n eerbiedwaardig instituut iets met strips wilde doen. Zo’n vorm van artistieke toenadering zou volgens mij enkele jaren geleden nog ondenkbaar zijn geweest.
Ik heb altijd enorm veel waarde gehecht aan mijn artistieke vrijheid. Dus Fabrice’ vraag leek me aanvankelijk nogal beperkend. Bovendien is het Louvre zo’n eerbiedwaardig instituut met zo’n rijke geschiedenis, dat ik niet meteen een geschikte invalshoek voor me zag. Daarbij komt dat ik vooral houd van kunstenaars uit de negentiende en twintigste eeuw, terwijl het Louvre alleen stukken tot 1848 toont.[1] Het was dus nog niet zo eenvoudig om de uitdaging aan te gaan. Maar uiteindelijk kon ik de verleiding toch niet weerstaan. Je wordt tenslotte niet elke dag gevraagd om je visie op die klassieke kunstwerken te geven. Bovendien bood de opdracht me de mogelijkheid om naar hartelust door het Louvre te lopen, ook buiten de reguliere openingstijden.
Na een paar bezoeken aan het Louvre begon ik voor me te zien wat mijn uitgangspunt voor IJstijd kon zijn: oog in oog met de enorme verscheidenheid aan geëxposeerde werken had ik vaak het gevoel dat ik eigenlijk niks wist. En dat terwijl ik aan de academie van Angoulême hoger kunstonderwijs heb genoten.
Dus toen heb ik personages bedacht die nóg minder wisten dan ik. Zij betreden het Louvre nadat het eeuwenlang in de vergetelheid is geraakt. Dwalend door de museumzalen proberen ze te begrijpen wat ze daar zien. Ze weten niets van de achtergronden van de diverse kunstwerken. Sterker nog, ze weten niet eens wat een museum is. Als ze in een toekomstige ijstijd het Louvre eenmaal hebben ontdekt, denken ze dat ze op sporen zijn gestuit van één enkele beschaving zoals die op een zeker moment in het verleden heeft bestaan.
Doordat die mensen uit de toekomst dus helemaal van niets weten, zijn ze gedwongen allerlei verklaringen te verzinnen voor wat ze om zich heen zien. Zo komen ze tot de meest verbazende, bizarre of ongelooflijke conclusies.
Op die manier heb ik geprobeerd te verbeelden hoe mensen zonder enig referentiekader, die volkomen onbekend zijn met de artistieke en historische achtergronden van het Louvre, de tentoongestelde werken zouden kunnen interpreteren…’
[1] Moderner werk is in Parijs enkele honderden meters verderop te zien, in het Musée d’Orsay.
President-directeur van het Louvre, Henri Loyrette, slaat een brug tussen de kunsten: ‘Op het eerste gezicht lijkt het voor een museum misschien een tikkeltje oneerbiedig om beeldende kunst te combineren met het stripverhaal. Want het zijn twee culturele werelden waar traditiegetrouw de nodige “afstand” tussen bestaat. Toch raken ze beide aan beeldende expressie en artistieke scheppingskracht.
Met de stripboekcollectie Un autre regard willen we een brug slaan tussen die twee werelden: stripliefhebbers uitnodigen zich open te stellen voor de museumcollectie en tegelijk het publiek van het Louvre verleiden het stripverhaal eens met andere ogen te bekijken. Per slot van rekening maken zowel het Louvre als het stripverhaal deel uit van het hedendaagse culturele leven.
Met de stripcollectie geven we enkele stripmakers volledig de vrije hand. Ze krijgen gedurende enkele maanden onbeperkt toegang tot het museum, verder zijn ze geheel vrij hun eigen inzichten en belangstelling te volgen. We laten de verbeeldingskracht dus de vrije teugel. Op basis van wat ze in het Louvre zien bieden de auteurs vervolgens hun visie op één of meer geëxposeerde kunstwerken, op een bepaalde zaal of op het museum als geheel.
Omdat het Louvre heel uiteenlopende werken toont uit verschillende landen en tijdperken, zagen we een stripcollectie voor ons waarin plek is voor heel verschillende stijlen en smaken. Elk boek uit de collectie biedt dus een unieke visie op het Louvre.
Un autre regard past in het streven van het Louvre onze collecties open te stellen voor actuele kunstvormen. Achterliggende gedachte is dat daaruit boeiende artistieke kruisbestuivingen kunnen voortkomen.’
Voor de liefhebber: kunsttheoretisch coda
De verschijning van IJstijd gaat gepaard met een expositie in het Institut français des Pay-Bas te Amsterdam, die nog tot en met 29 maart 2014 te zien is. De expositie speelt met het spanningsveld tussen originele werken en reproducties, waarin ook de meesterwerken uit het Louvre al decennialang dapper standhouden. Zie voor meer uitleg het tekstpaneel uit de expositie hieronder.
Caleidoscopisch erfgoed: het Louvre in de 21e eeuw
In IJstijd biedt Nicolas de Crécy een nieuwe blik op de klassieke meesterwerken uit het Louvre. Veel van die kunstwerken kennen we allemaal. Maar waarvan? Hebben we ze ooit echt ‘gezien’?Strips zijn een bijzondere kunstvorm. Ze bieden een groot publiek verhalende grafiek in de intimiteit van de eigen huiskamer. Ze zijn niet gemaakt voor de expositiezaal, maar voor de drukpers. Juist daardoor kunnen stripmakers zo’n groot publiek bereiken. Voor beeldend kunstenaars in vroeger tijden was dit ondenkbaar. Slechts een beperkt en vaak bevoorrecht publiek, denk aan koningen en kardinalen, had toegang tot hun originele werken. Als de kunstenaars meerdere mensen van hun werk wilden laten genieten, moesten ze een kopie (laten) schilderen, of een gravure maken van de voorstelling. Duplicaten die slechts zelden de magie van het origineel evenaarden.
Sinds de opkomst van de lithografie in de negentiende eeuw kunnen tekenaars en schilders hun publiek veel eenvoudiger bereiken met reproducties van hun werk, die in de loop van de jaren steeds getrouwer zijn geworden. Daardoor zien we kunstwerken tegenwoordig vaak eerst in gedrukte vorm of op een beeldscherm. Zo zullen de meeste mensen de Mona Lisa hebben leren kennen via een van de ontelbare reproducties van dit schilderij. Niet voor niets sprak cultuurfilosoof Walter Benjamin al in 1936 van het ‘kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid’.
Het Louvre geeft zelf al jarenlang kunstboeken uit. Met die kunsthistorische uitleg nodigt het museum mensen uit de geëxposeerde werken extra te waarderen. Cultureel erfgoed staat namelijk nooit op zichzelf. De context waarin het zich bevindt, brengt het tot leven. In dat opzicht is het Louvre méér dan een monumentaal gebouw met dito kunstvoorwerpen. Het is tevens een caleidoscoop. Een kunsthistoricus kijkt immers anders dan een toerist, en een toerist weer anders dan een stripmaker. En zelf kijk je als tiener ook anders dan als veertiger. Wie je bent, bepaalt wat je ziet. Kijken naar kunst doe je immers niet alléén met je ogen. Wie meer weet, kijkt anders. Vandaar dat het Louvre meer wil doen dan enkel originele werken exposeren met daarnaast sec een vermelding van titel, materiaal, maker en jaartal.
De collectie Un autre regard is daarvan een goed voorbeeld. Want ook een stripboek als IJstijd is zo’n context waarin cultureel werelderfgoed opnieuw tot leven komt. De reproducties van de stukken die Nicolas de Crécy in het Louvre heeft gezien, getuigen van een alternatieve en evengoed actieve vorm van kijken. Ook zij nodigen ons uit de Mona Lisa en tientallen andere meesterwerken met andere ogen te bekijken – en zodoende nieuw leven in te blazen.
Nog meer voor de liefhebbers: de Franse tv-persoonlijkheid Olivier Barrot vertelt (in het Frans) waarom IJstijd volgens hem de moeite waard is:
Gepubliceerd op de site Stripspeciaalzaak.be (2014)
Bronnen:
Folder Période glaciaire Futuropolis (2005)
Nicolas de Crécy: Période glaciaire [Notes et croquis]. Ed. BD Artiste (2007)
Met speciale dank aan Sigge Stegeman.
Meer info en preview van IJstijd
Spreekt deze tekst je aan? Dan lees je mogelijk ook graag: