Stripverhalen als serieus journalistiek medium. Met de welbekende lollige boekjes van vroeger in gedachten is het even wennen aan het idee, maar na het dichtslaan van verpletterende stripreportages als ‘Palestine’ en ‘Safe Area Gorazde’ is de twijfel verdwenen. De Amerikaanse stripmaker Joe Sacco toont de alledaagse werkelijkheid van oorlogssituaties als geen ander.
Bosnië, 1995. Door het niemandsland trekt een karavaan VN-voertuigen. Reisdoel: Gorazde. Een provincieplaats van 57.000 zielen die net als de Oost-Bosnische steden Sarajevo, Zepa en Srebrenica door de VN is uitgeroepen tot ‘safe area’. Aan boord van de VN-trucks militairen, hulpverleners, handelaren, journalisten. Ze komen uit Sarajevo, waar de vreselijkste geruchten over Gorazde de ronde doen. Er zouden rellen zijn, hongersnood, verkrachtingen, kannibalisme. In Gorazde staat de lokale bevolking de karavaan massaal op te wachten. De reizigers worden als bevrijders onthaald, de journalisten komen ogen en oren te kort. Iedereen uit het langdurig belegerde Gorazde lijkt tegelijkertijd zijn verhaal te willen doen. Een paar dagen later vertrekt de karavaan weer, met de internationale pers tevreden aan boord. De quotes zijn binnen, het aangrijpende ooggetuigenverslag uitgezonden. Joe Sacco blijft achter. Zijn klus is nog maar net begonnen.
Sacco zal uiteindelijk – met tussenpozen – vier weken in Gorazde blijven om daarna nog eens een kleine vijf jaar achter de tekentafel te schrijven en schrappen, schetsen en inkten. Pas eind deze zomer verscheen met ‘Safe Area Gorazde’ zijn verhaal: een ruim tweehonderd pagina’s tellend verslag van het bestaan in een stad in oorlogstijd. Met daarin de aankomst van het VN-konvooi en de gretige ooggetuigenverhalen. Maar ook de glibberige derrie in de straten, het eindeloze houthakken in de winter, een lokale zanger met een voorliefde voor het erger soort Amerikaanse popsong én een heldere analyse van de achtergronden van het conflict. ‘Ik benaderde Gorazde als een microcosmos waarin de hele oorlog in Bosnië is samengebald,’ zegt Sacco. Gorazde staat bij hem voor meer dan één verhaal. Om te beginnen is er het nieuwsverhaal over het eerste grootschalige gewapende conflict in Europa na de val van de Muur. Nauw daarmee verbonden het politieke verhaal in de lijn van de kritische Amerikaanse publicist Noam Chomsky over de onmacht van de internationale gemeenschap. Daarnaast schetst Sacco de ‘microkosmos’ Gorazde met de levendigheid van een literator. Uit zijn verslag van het dagelijks leven in Bosnië – de gesprekken rond de kachel in de keuken, de videoavondjes bij mensen thuis, de verveling in de disco – spreekt een scherp observatievermogen. Sacco verwoordt zijn observaties in een soepele, ironische stijl, die doet denken aan George Orwells klassieke boek over de Spaanse Burgeroorlog ‘Homage to Catalonia’. Net zoals Orwell in zijn boek met hoog opgetrokken wenkbrauwen beschrijft hoe de oorlog tussen de republikeinen en het volksfront in Catalonië verzandt in desoriëntatie en landerigheid, krijgt Sacco in ‘Safe Area Gorazde’ de mondhoeken van zijn lezers geregeld omhoog. Sacco: ‘Humor is zeker niet in elke situatie gepast, maar ik gebruik het graag om de verhaallijn wat lucht te geven. De mensen in de oorlogsgebieden lachen per slot van rekening ook, zij maken ook grappen. Het is niet alleen maar een kwestie van onophoudelijk lijden. Natuurlijk is dat lijden onlosmakelijk deel van de grimmige realiteit, maar ik wil laten zien dat de mensen ook lachen, dat ze mensen zijn net als wij.’
Mensen net als wij. Het is een uitspraak die Sacco op het lijf geschreven is. Letterlijk zelfs – want de stripjournalist ontziet zichzelf bepaald niet. Steeds weer voert hij zichzelf op in zijn werk als een slungelige, bebrilde jongeman, die zijn betweterigheid verpakt als verwondering. Het is een sardonisch zelfportret, waarbij de auteur de voyeur in zichzelf steeds te vlug af probeert te zijn. Nee, hij loopt niet rond in Gorazde of Palestina om te verdienen aan andermans ellende, híj wil de werkelijkheid achter de krantenkoppen tonen. Tegelijkertijd wrijft hij zich in zijn boek over Palestina in de handen wanneer een Palestijnse familie niet bereid blijkt de Israëli’s te vergeven: ‘Laten we het onder ogen zien, mijn stripbestseller moet het hebben van conflicten; met alleen vrede krijg ik de huur niet betaald.’ Met zichzelf expliciet in de ongemakkelijke positie van verslaggever annex voyeur verhaalt hij in zijn stripboeken van zijn ontmoetingen in Palestina en Bosnië. Hoe hij kennismaakt met zijn informanten; hoe hij hun vrienden en familie leert kennen; hoe hij met hen eet en drinkt; hoe de oorlog steeds weer via de achterdeur hun gesprekken binnenglipt. ‘Met mijn strips wil ik “de Palestijnen” en “de Bosniërs” een menselijk gezicht geven,’ zegt Sacco. ‘Laten zien dat ze niet alleen maar terroristen of slachtoffers zijn. Dat het mensen zijn die worstelen, die ergens naar streven. Dat ze vaak sterk in hun schoenen staan en indrukwekkende verhalen te vertellen hebben.’
Net als iedereen die professioneel met beeldmateriaal werkt, is Sacco doordrongen van de kracht van het principe ‘don’t tell ’em, show ’em’. Voor wat je kunt laten zien, zijn verder geen woorden nodig. Als stripmaker heeft Sacco op dit punt opmerkelijk meer vrijheid dan zijn filmende en fotograferende collega’s. Een vrijheid die belangrijke voordelen oplevert – en dat weet de stripjournalist. Sacco behaalde in 1981 zijn diploma journalistiek aan de universiteit van Oregon. Daarna werkte hij enkele jaren als schrijvend journalist en maakte hij voor het vak doorslaggevende ontwikkelingen mee als de opkomst van ‘USA Today’, CNN en de internetjournalistiek. ‘File footage!’ roept hij verontwaardigd uit in zijn stripbundel ‘War Junkie’ wanneer hij tijdens de Golfoorlog op CNN steeds maar weer dezelfde Amerikaanse straaljager ziet opstijgen. Joe Sacco is ‘mediawise’. Hij weet dat het belang van beeldmateriaal in de media de laatste decennia alleen maar groter is geworden. De vrijheid van de tekenende journalist spreekt daarom des te meer tot zijn verbeelding. Aan een blocnote en een schetsboek heeft hij in principe genoeg. Hij hoeft niet per se rond te sjouwen met opzichtige camera’s en microfoons en kan daardoor ongedwongener zijn bronnen raadplegen. Als iemand pertinent niet op de foto wil, zoals een zwaargewonde man in ‘Palestine’, geen probleem. Dan zet Sacco hem naderhand wel op papier. In ‘Safe Area Gorazde’ kan Sacco de intimiteit van de videoavondjes en etentjes bij zijn gastheren om dezelfde reden goed treffen. Zonder apparatuur maakt hij onthullende huiselijke taferelen mee, die journalisten met camera’s en microfoons onmogelijk zo naturel in beeld kunnen brengen. Daarbij kan de tekenaar Sacco ook maximale diepgang in zijn beelden leggen. Hij hoeft zijn beelden immers niet ter plekke te schieten. Hij is niet afhankelijk van het fameuze éne fotogenieke moment, maar kan zijn ogen rustig de kost geven. Achter de tekentafel kan Sacco dan later op zijn gemak zoeken naar de beste compositie en de meest effectieve beelduitsnede. Hij zit niet met de handen in het haar wanneer een cruciaal ‘establishing shot’ in de montageruimte blijkt te ontbreken, of wanneer onmisbaar audiovisueel archiefmateriaal onbetaalbaar blijkt te zijn. De visuele verteller Sacco heeft maximale vrijheid en krijgt zijn beeldverhaal hoe dan ook rond. Met zijn tekeningen kan de journalist de informatie even compact als toegankelijk presenteren. De controle van het beeldmateriaal strekt zich zelfs uit tot ‘subjectieve shots’ die het verhaal van ooggetuigen direct weergeven. In een typische Joe Sacco-scène wordt iemand in één of twee tekstkaders kort geïntroduceerd, waarna deze persoon zich rechtstreeks tot de kijker wendt en met een priemende blik zegt: ‘wat ik toen meemaakte…’ De rest van de scène krijgen we dan te zien door de ogen van de ooggetuige. Het is het stripequivalent van ‘live erbij zijn’. Een krachtige journalistieke techniek, die een nachtelijke hongertocht vanuit het bezette Gorazde door vijandelijk Servisch gebied naar een Bosnische basis vijfentwintig kilometer verderop tot een onvergetelijke ervaring maakt. De decors en de mensen ogen authentieker dan ze in welke documentaire ook zouden doen.
Met zijn krachtige en zelfbewuste stripdocumentaires is Joe Sacco tot een boegbeeld van het genre geworden. Terecht, want er is geen stripmaker die met eenzelfde inzet en overtuigingskracht actuele gebeurtenissen heeft verslagen. In de loopbaan van Sacco’s collega’s Jacques Tardi (‘Loopgravenoorlog’) en Art Spiegelman (‘Maus’) heeft de stripjournalistiek duidelijk een minder prominente plek dan bij Sacco. Wel mocht Spiegelman in 1992 voor zijn monumentale stripboek over het holocaust-verleden van zijn ouders een speciale Pulitzer-prijs in ontvangst nemen. Een unicum dat alleen Sacco Spiegelman wellicht zal nadoen. Zelf blijft de Amerikaan er onverstoorbaar bescheiden onder. Van het werk aan een strip als ‘Safe Area Gorazde’ kan hij vooralsnog amper rondkomen. Doordat het stripmaken zo arbeidsintensief is, duurt het jaren voor hij zijn impressies aan het publiek kan prijsgeven. ‘Ik moet zeggen dat ik die lange productietijd bij strips frustrerend vind,’ geeft Sacco toe. Hij kan er echter de humor van inzien. Met de hem kenmerkende zelfspot betitelt hij zichzelf geregeld als Joe ‘Scoop’ Sacco. Nu hij ‘Safe Area Gorazde’ heeft afgerond, werkt Sacco aan vier nieuwe korte strips over zijn verblijf in Sarajevo en omstreken. Of hij daarna opnieuw naar een oorlogsgebied zal afreizen, is nog maar de vraag. Sacco: ‘Ik pas ervoor om voorgoed in het hokje van de globetrottende stripjournalist terecht te komen. Misschien dat ik na het afronden van die “Bosnia Stories” eens de Amerikaanse presidentsverkiezingen ga verslaan – that would be a gas.’ Wat Sacco de komende jaren ook gaat doen, met zijn stripdocumentaires over Palestina en Bosnië heeft hij vrijwel in zijn eentje een opwindend nieuw journalistiek genre leven weten in te blazen. Dankzij Sacco staat de tekende journalist voortaan op de kaart naast diens schrijvende, radiomakende en filmende collega’s. De tijden waarin Kuifje – die in Hergés strips amper aan het werk te zien is – kon gelden als het toonbeeld van ‘de journalist’ in stripvorm zijn definitief voorbij.
Gepubliceerd in De Journalist 18 (2000)
De omzwervingen van een migrantenzoon (kader)
Joe Sacco wordt 2 oktober 1960 geboren op Malta. Kort daarop emigreren zijn ouders – via Australië – naar de Verenigde Staten, waar ze terecht komen in de arme wijken van Los Angeles. Vader Sacco heeft een passie voor militaire geschiedenis, die zijn zoon als zoveel jonge jongetjes gretig oppikt. Naast het doorploegen van zijn vaders bibliotheek vult de jonge Joe Sacco zijn vrije tijd met tekenen, het spelen met soldaatjes en het lezen van oorlogsstrips. Met zijn vriendjes op het schoolplein bespreekt hij de Indiaas-Pakistaanse oorlog. Had India gelijk, vragen zij zich af. Met de jaren slaat Sacco’s fascinatie voor oorlog om in de vraag naar de oorsprong van militaire conflicten. Hij gaat journalistiek studeren en tekent tussen de colleges door aan een – later tot zijn grote opluchting – nooit gepubliceerd Vietnam-epos. Met zijn diploma op zak is hij vast van plan schrijvend journalist te worden. De arbeidsmarkt zit de jonge academicus begin jaren tachtig echter niet mee. Met veel pijn en moeite vindt hij werk bij een vakblad voor notarissen, waar hij het amper een jaar uithoudt. Na een weinig fortuinlijk verblijf op Malta – hij tekent er romantische pulpstrips totdat de uitgever er met de centen vandoor gaat – probeert Sacco terug in de V.S. met de tekenpen zijn brood te verdienen. Hij start de stripreeks ‘Yahoo’, waarin hij werkt in verschillende genres en de basis legt voor zijn uiterst dynamische visuele vertelstijl. Eind jaren tachtig vertrekt Sacco voor een reisverslag in ‘Yahoo’ naar Berlijn. De reis wordt een keerpunt. In Berlijn wordt hij geconfronteerd met de Europese kijk op de Amerikaanse politiek. Verbazing over de Amerikaanse wapenleveranties aan Israël en de Israëlische bombardementen van Palestijnse vluchtelingenkampen doen de rest. In 1991 reist Sacco af naar Palestina. Vanaf dat moment maakt de mengeling van genres in ‘Yahoo’ plaats voor de onvergetelijke strips over Palestina en Bosnië waarmee Sacco zijn naam zal vestigen.
Spreekt deze tekst je aan? Dan lees je mogelijk ook graag: