nET eCHT mEDIA

  • Boekvertalingen
    • uit het Engels
    • uit het Frans
  • Teksten
    • Artikelen
    • Interviews
    • Essays
    • Recensies
    • Copywriting
    • Niet eerder gepubliceerd
  • En zo
    • Exposities
    • Leesclub
    • Lezingen
    • Dj
  • International
  • nET eCHT contact

Roger-Pol Droit: Alice in Verwonderland

Prikkelende kennismaking met de filosofie aan de hand van een altijd weer nieuwsgierige Alice. Na een duik in het konijnenhol tuimelt de logica onherroepelijk de diepte in. Speels en informatief, erudiet en – jawel – wijs laat de Franse filosoof Roger-Pol Droit zien wat hij van een leven lang schrijven en nadenken heeft opgestoken.
(Vertaling van Alice au pays des idées voor Ten Have, 2025)

Citaten uit de pers

‘Een boek dat je liefde voor filosofie zal aanwakkeren.’ La Voix du Nord

‘Een schitterende ideeëngeschiedenis’. Les Echos

Rest volgt z.s.m.

 

 

 

 

 

Inspiratie

Tijdens het werk aan Alice in Verwonderland heb ik dankbaar inspiratie geput uit deze nET eCHT media. Daarnaast heb ik deze vertaling mede kunnen maken dankzij een projectsubsidie van het Nederlands Letterenfonds.

Extraatjes voor de meerwaardezoeker: Bryan Talbot woont in Wonderland. Interview met Bryan Talbot

Mijlpaal of oerknal? Over het werk van Marc-Antoine Mathieu

Leesfragment

Print Friendly, PDF & Email

Die ochtend is Alice alleen thuis. Ze doet haar best om een opstel op papier te zetten, maar het wil niet erg lukken. Op zich schrijft ze graag. Verwoorden hoe een reis verloopt of hoe ze een feestdag of een ontmoeting heeft ervaren, dat vindt ze al heel lang leuk. Maar hoe ze dit nu moet aanpakken? Voor het eerst is haar gevraagd een betoog te schrijven, de argumenten voor en tegen op een rijtje te zetten, en dan haar eigen ideeën te formuleren. Ze krijgt het niet voor elkaar.

Mom is boodschappen doen, niemand die haar in de gaten houdt, en dus droomt Alice lekker weg. Ze laat haar blik meevoeren door een zonnestraal, een vogel op het gras, kijkt naar haar poes Dina die op de bank ligt te slapen. Wat een rust straalt ze uit, denkt Alice. Je zou bijna denken dat ze in een andere wereld leeft, eentje zonder zorgen, zonder oorlog, zonder angst, zonder vragen.

Onzekerheid en onvrede, daar loopt Alice de laatste tijd steeds vaker mee rond. Ze blijft zich maar afvragen of de wereld nog wel een toekomst heeft, of de mensheid zal overleven. Waarom voeren mensen oorlog? Waarom verwoesten ze de aarde, de biodiversiteit, het leven? Wat kun je doen om deze verwoesting te stoppen? Hoe moeten we leven, in al onze verscheidenheid, zonder de wereld compleet naar de knoppen te helpen? Kan dat nog wel? Welke weg moet je kiezen?

En wat wil ik met mijn eigen leventje? mijmert Alice. Wat voor werk ga ik doen, waar wil ik gaan wonen en met wie, wat voor toekomst zie ik voor mezelf? Wat wordt mijn kompas? Soms loopt Alice over van energie en heeft ze het gevoel dat ze alles aankan. Vanochtend is dat zelfvertrouwen echter ver te zoeken, zoals wel vaker. Alice voelt zich verloren, ze zoekt naar houvast.

De afgelopen nacht had ze een droom die haar maar blijft achtervolgen. Zo’n droom die onwaarschijnlijk echt lijkt. Ze hoorde haar opa praten. Hij hield in haar droom haar hand vast en zei: ‘Kom, dan help ik je op weg.’ Daarna sprak hij nog lang met haar, dat weet ze nog. Hij vertelde, peinst Alice, dat mensen zich al duizenden jaren het hoofd breken over de vragen die mij bezighouden, en dat ik niet moet denken dat je enkel hulpeloos kunt toezien hoe de wereld ten onder gaat. Je kunt beter uitzoeken wat filosofen en andere wijze mensen overal op de wereld de afgelopen eeuwen hebben gezegd, om vervolgens hun ideeën met elkaar te vergelijken en die eruit te pikken waar we wat aan hebben om te weten hoe we het beste kunnen nadenken en leven.

Hij waarschuwde me dat het een lange reis wordt, dat ik onderweg soms op een dwaalspoor zal belanden, maar dat het de enige weg is die uitzicht biedt op vooruitgang. Ik vertrouw hem, want ik ben dol op mijn opa. Maar ik begreep niet waar hij heen wilde.

En toen werd ik wakker.

Alice zegt tegen zichzelf dat het maar een droom was. En dat het zo niet opschiet met haar opstel. Ze heeft haar dag niet. Ze kan beter een luchtje gaan scheppen in de tuin, met de prachtige telefoon die Mom haar de week ervoor voor haar verjaardag cadeau heeft gedaan. Die dag had ze Alice wakker gemaakt door luidkeels te verkondigen: ‘Lieverd, vanaf vandaag ben je geen kind meer! Je hebt nog altijd dezelfde blonde haren, dezelfde glinsterende ogen, dezelfde nieuwsgierige aard, en toch ben je kind af! Kun je het geloven?’

Nee, Alice kan het niet geloven. Ze hoeft maar even naar haar voeten, handen en knieën te kijken om te weten dat alles hetzelfde is. Toen ze klein was, dacht ze dat er ooit een dag zou komen waarop alles plotseling anders was. Ineens zou ze een heel ander, veel groter mens zijn. Maar dat gebeurde maar niet. Elk jaar opnieuw werd ze hartelijk gefeliciteerd, was er taart en kreeg ze cadeautjes. En dan zei iedereen dat ze groot aan het worden was, maar ze had nog steeds hetzelfde hoofd en dezelfde gedachten. Op den duur verwachtte ze alleen nog felicitaties, taart en cadeautjes. De grote verandering die zou plaatsvinden op de dag van haar verjaardag, dat was maar fantasie.

Trouwens, vraagt Alice zich af, waar is het ook goed voor om volwassen te worden? Volwassenen verpesten alles toch alleen maar. Je hoeft maar te kijken naar het klimaat, naar hoe ze omspringen met dieren en de wereldzeeën. En ze doen ook vaak niet wat ze zeggen. Dan verklaren ze wel plechtig dat we onze manier van leven moeten veranderen, maar intussen blijft alles zoals het was. Alice doet haar best, ze doucht niet te lang, ze scheidt haar afval, neemt altijd de fiets, vraagt Mom geen spullen met onnodig verpakkingsmateriaal te kopen. Maar ze weet heel goed dat dit niet genoeg is. Er staat een ramp te gebeuren, daar is ze van overtuigd, net als al haar vrienden en vriendinnen. Een verlammende gedachte.

Zo nu en dan verdrijft ze haar zorgen, doet ze haar oortjes in en danst ze met haar haren zwiepend in het rond. Eigenlijk zou ze liever weer een kind worden en onder de heg gaan zoeken naar het hol van het Witte Konijn, net als die andere Alice, die van Lewis Carroll, die in Wonderland terechtkomt en Achter de spiegel rondreist. Mom is dol op die verhalen, ze las er elke avond uit voor. Dat is waarom ze Alice ‘Alice’ heeft genoemd.

Als kind kon ze geen genoeg krijgen van het Konijn dat te laat komt en bezorgd op zijn horloge kijkt, van het meisje dat hem achterna rent, zijn hol in duikt en vervolgens allerlei vreemde snuiters tegen het lijf loopt. Haar moeder zei steeds: ‘Jij bent mijn Alice, mijn eigen wonder.’ Hoe vaak waren ze niet de tuin in gelopen om daar onder de heg te gaan kijken of ze het hol konden vinden? Alice hoopte stiekem altijd dat het zou lukken.

En zo komt ze die ochtend op het idee om nog eens, net als vroeger, op zoek te gaan naar dat vermaarde hol achter in de tuin. Ze weet wel dat het niet bestaat, ze is al lang geen meisje van acht meer. Maar niets weerhoudt haar ervan om achter in de tuin nog eens een kijkje te nemen.

Onder de heg valt natuurlijk nergens een Wit Konijn te bekennen dat op zijn horloge kijkt. Maar er is wel een hol dat Alice nog niet eerder heeft gezien. Een echt hol, als een tunnel zo groot en diep. ‘Voor een enorm konijn!’ roept Alice uit. Opeens voelt ze een luchtstroom, die haar stilletjes aanlokt, aantrekt, aanzuigt, tot hij zo krachtig is dat ze haar evenwicht verliest en omlaag tuimelt.

Ze valt, valt, valt, heel langzaam valt ze. Precies zoals de Alice van vroeger, zachtjes door de lucht, het diepe duister tegemoet. Het voelt allemaal heel vreemd, maar niet onaangenaam wanneer je er een beetje aan gewend raakt.

Wat een idee om nog eens te gaan kijken, denkt Alice. Tijdens het vallen, dat duurt en duurt, draait ze zich om en laat ze zich op haar rug drijven, net als in het zwembad, ze probeert allerlei verschillende houdingen uit. Ze haalt haar gloednieuwe telefoon tevoorschijn, waarvan het schijnsel meteen het peilloze duister doorboort. O nee, geen bereik!

Alice denkt na, ze heeft geen andere keus. Dat Wonderland, daar gelooft ze dus niet in. Pratende dieren, cakejes met de woorden EET MIJ erop, groter worden en dan weer kleiner, het zal allemaal wel.

Ze begint het zo langzamerhand behoorlijk saai te vinden, in deze tunnel zonder bereik. Haar gedachten dwalen af naar de tatoeage die ze later wil laten zetten. Daar droomt ze al tijden van. Het wordt geen eenhoorn, geen vlinder en ook geen lotusbloem. Nee, dat is niks voor haar. Alice droomt van een levensles die ze op haar rechteronderarm wil laten aanbrengen. Woorden die ze altijd met zich mee kan dragen. Een grote levensles die haar kan helpen de dreigende natuurrampen te doorstaan. Een levensles die haar nooit zal teleurstellen, haar zal helpen koers te houden en in elke levensfase een nieuwe betekenis zal krijgen. Een levensles die kan dienen als kompas, vlot, talisman. Maar ook als horizon, uitdaging, aanmoediging. Alles tegelijk. Dat is wat ze wil. Een gedachte die haar troost op sombere dagen, die haar de nacht door helpt, haar naar de sterren doet reiken, die haar vermaant en vergeeft, die even bemoedigend als veeleisend klinkt, altijd aan haar zijde zal zijn, waar ze ook gaat, wat ze ook doet.

Maar waar vind je zo’n levensles? vraagt Alice zich af, terwijl ze nog altijd valt, dieper en dieper, recht op het middelpunt van de aarde af. Ik ben er vast van overtuigd dat die bestaat, maar hoe kom je hem op het spoor?

◊

Plotseling landt ze op een stapel dorre bladeren, die soepeltjes meeveert. Alice stelt vast dat ze de duistere tunnel achter zich heeft gelaten. Er schijnt een zacht licht, als door een glinsterende nevel. Waar is ze nu beland?

‘Welkom!’ zegt een hoog piepstemmetje.

‘Welkom!’ herhaalt nog zo’n piepstem.

Alice kan niet zien wie haar aanspreken.

‘Dank u wel,’ antwoordt ze vriendelijk. ‘Met wie heb ik de eer?’

Ze herinnert zich donders goed dat er in Wonderland koninginnen rondlopen die vreselijke woedeaanvallen kunnen krijgen. Ze doet haar best beleefd te zijn, want je weet maar nooit.

‘Hé daar! Hier zijn we, aan je voeten!’

Alice zoekt maar ziet niets, kijkt nog eens goed, en dan bespeurt ze tussen haar schoenen opeens twee druk gebarende figuurtjes. Twee microscopisch kleine roze muisjes. Absurd, denkt ze, maar niets om je zorgen over te maken.

‘Aha,’ zegt Alice, ‘nu zie ik u ook. Wie bent u?’

‘Wie wij zijn? Wij zijn je muizen!’ klinkt het in koor, alsof Alice een heel domme vraag stelde.

‘Ze noemen me de Gekke Muis, maar misschien ben ik wel de slimste van het stel,’ zegt de hoogste stem.

‘Ze noemen me de Slimme Muis, maar misschien ben ik wel de gekste van het stel,’ zegt de andere stem.

Meteen daarna barsten ze in zingen uit, op een melodie die Alice al eens eerder heeft gehoord: ‘Tweelingzusjes, dat zijn wij, met Tweelingen als sterrenbeeld, mi-fa-sol-la-mi-re, re-mi-fasol-sol-sol-re-do.’

Alice staat paf en moet denken aan haar poes Dina, die vast heel boos zou zijn als ze wist dat zij hier naar een stel zingende muizen stond te luisteren.

‘Waar zijn we? Kunt u me dat vertellen?’ vraagt Alice.

Als enig antwoord hoort ze luid gelach. Ze denkt tenminste dat het luid gelach is, want ze heeft nog niet eerder roze minimuisjes horen proesten, laat staan twee tegelijk.

‘Waar we zijn? HIER natuurlijk! Waar anders?’ zegt de Slimme.

‘Hoe kunnen we nu ergens anders zijn dan HIER! Ergens anders ben je goed van het padje!’ zegt de Gekke.

Nu begint Alice haar geduld wel wat te verliezen.

‘Ik weet heus wel dat we hier zijn, hoor! Ik vraag u alleen me te vertellen wat dit voor plek is en wat ik hier doe. Dat is toch niet zo ingewikkeld?’

‘Toch wel, grote jongedame, het is toch wel ingewikkeld om te weten waar je bent,’ zegt de een.

‘Weten waar je bent beland, dat is zo eenvoudig niet,’ zegt de ander.

‘We zijn… in Verwonderland! In Verwonderland! In Verwonderland!’ gieren de muisjes terwijl ze aan Alice’ voeten over elkaar heen buitelen.

‘En wat gebeurt hier zoal, in dit land?’

Na deze vraag van Alice vallen de muisjes stil. Heel even blijven ze stokstijf staan. Geen vin verroeren ze meer, geen woord komt nog over hun lippen.

‘Excuseer,’ zegt de Slimme Muis, wanneer die eindelijk de stilte doorbreekt, ‘maar je vraag sloeg me uit het veld, jongedame. Want, weet je, ALLES gebeurt in Verwonderland. Stel, je komt iemand tegen. Je verwondert je dan over wie deze persoon is, en daar ontwikkel je dan een idee van. Als je dan bijvoorbeeld op die persoon verliefd wordt, komt dat door het idee dat je van hem of haar hebt. Hetzelfde met geluk. Als je gelukkig wilt zijn, dan komt dat door je idee van geluk. Als je niet wilt dat het bij je thuis gaat spoken, komt dat door je idee van spoken. Als je bang bent dat de aarde onleefbaar wordt, komt dat door je idee van de toekomst. Alles waar je van houdt, waar je niet van houdt, wat je verafschuwt, waar je naar verlangt, alles wat je al weet, alles wat je nog te leren hebt, ALLES gaat terug op de ideeën in je eigen hoofd, in dat van anderen, in boeken, kranten en gesprekken.’

‘Vreemd hoor,’ zegt Alice, ‘ik wist niet dat ideeën zo belangrijk waren. Ik heb geleerd dat er goede ideeën bestaan en slechte, ware en onware, maar eigenlijk weet ik niet precies wat dat zijn. Cadeau-ideeën, vooropgezette ideeën, kinderlijke ideeën en die van volwassenen, receptideeën, knutselideeën en vakantie-ideeën, die ken ik wel. Maar nu is het net alsof u me raadseltjes opgeeft en wanneer ik geen idee heb wat ik moet antwoorden, is het alsof u met mij speelt als de kat met de…’

Nog net op tijd beseft Alice met wie ze hier staat te praten.

De Muizen kijken haar glimlachend aan, half spottend, half medelijdend. De Slimme Muis neemt het woord. ‘Je weet er meer van dan je denkt, je denkt alleen niet diep genoeg na. Wanneer je droomt van een vrij leven, doe je dat op grond van het idee dat je van vrijheid hebt. Al vanaf dat je klein was heb je telkens wanneer je “Dat is niet eerlijk!” riep (en dat heb je wel duizend keer gedaan, en je zal het ook nog vaak blijven zeggen) uiting gegeven aan het idee dat je van eerlijkheid hebt. Wanneer je aan je toekomst denkt, over wat je later wil gaan doen, dan heeft ook dat te maken met je idee van tijd, je voorstelling van de toekomst. Zo heb je allerlei ideeën, die voortkomen uit verwondering. Ze geven je leven richting. Het is belangrijk om te weten dat zulke ideeën bestaan en ze te onderzoeken. En ze zijn allemaal hier te vinden, hier in Verwonderland.’

Leesfragment Echtmedia.net. Copyright bij de auteur.

De uitgever over Alice in Verwonderland. En dit is de website van de auteur (Franstalig).

Spreekt Alice in Verwonderland je aan? Dan lees je mogelijk ook graag:

Copyright © 2025 nET eCHT mEDIA · Log in