Is Kuifje in Afrika nu wel of niet racistisch? Elke zoveel tijd keert het rumoer weer terug. Jean-Philippe Stassen toont het Afrika van nu. Is de klare lijn van vreemde smetten vrij?
Op zich zet Jean-Philippe Stassen (1966) zich niet expliciet af tegen Hergé. Hij vormt liever zijn eigen oordeel. Als twintiger doet hij wat voor Hergé in zijn tijd een stuk minder makkelijk was: hij reist zelf naar Afrika en geeft daar zijn ogen goed de kost. Bij terugkomst in Luik schildert hij een reeks gouaches die scenarist Denis Lapière onder ogen komt. Lapière vindt ze prachtig en schrijft Brieven uit de bar: een liefdesverhaal over de jonge Afrikaanse vluchteling Célestin en de migrantendochter Leila. Stassen tekent Lapières meeslepende scenario in een eigenwijze variant op de klare lijn. De kale woestijnbeelden en romantische sfeer van Brieven overtuigen en de strip groeit uit tot een hedendaagse klassieker.
Na deze doorbraak volgen twee solostrips over multicultureel België, waarin Stassen zijn grenzen als verteller en tekenaar aftast. In 2000 overrompelt hij zijn lezers opnieuw met Deogratias, een indringende fabel over de genocide in Rwanda. Net als in Brieven uit de bar weet Stassen hierin zijn persoonlijke betrokkenheid (vrienden van hem doorstonden de genocide) te vertalen in een overtuigende strip. Niets en niemand is van vreemde smetten vrij, dreunt Deogratias nog lang na.