In het rijtje Dupuis, Lombard en Dargaud mag Casterman niet ontbreken. De uitgeverij uit Doornik heeft de Franco-Belgische strip geholpen volwassen te worden.
Begin jaren ’30 neemt het familiebedrijf Casterman Hergés prille bestseller Kuifje over van het dagblad XXe siècle. Vreemd genoeg is het in 1946 echter niet Casterman dat het initiatief neemt voor het weekblad Kuifje, maar uitgeverij Lombard. Daardoor verschijnen veel strips uit dat blad niet onder hetzelfde label als Hergés succesreeks. Tot begin jaren ’70 brengt Casterman hoofdzakelijk jeugdstrips als Alex en De koene ridder. Geleidelijk aan opent de uitgeverij haar deuren voor de naoorlogse generatie die in het weekblad Pilote haar kunnen heeft laten zien. Series als Isabelle Avondrood en Corto Maltese vormen de succesvolle opmaat tot de oprichting, in 1978, van het stripblad (A suivre).
Twintig jaar lang zal dat blad – waarvan tussen 1980 en 1989 ook een Nederlandse editie verschijnt, (Wordt vervolgd) – fungeren als het vlaggenschip van de zogeheten auteurstrip. Mensen als Tardi, Comès, Warnauts en Raives, Schuiten en Peeters krijgen er ruim baan hun kunnen te tonen. Ze mogen er vrij hun artistieke belangstelling volgen, los van vaste personages of een maximumaantal pagina’s. In 1997 haalt Casterman zijn vlaggenschip vanwege dalende oplagecijfers uit de vaart. Al die jaren is Kuifje het geluksdubbeltje van Casterman geweest. En dat is nog altijd zo: na de auteurstrip helpt de bestsellende reporter nu de zogeheten Castermanga mogelijk maken, bijvoorbeeld Jiro Taniguchi’s taoïstische ‘stripwandeling’ L’homme qui marche.