Sommige stripmakers zijn onmiskenbaar geworteld in één streek. Zo is Didier Comès niet los te denken van de Ardennen.
De tekenaar wordt in 1942 als Dieter Comès geboren in Sourbrodt, vlakbij de Duitse grens. Zijn moeder is Belgisch, zijn vader Duits. Op school spreken de paters de jonge knaap consequent aan als Didier. Het zal niet veel verbazing wekken dat de stripmaker later een verklaarde hekel krijgt aan elke vorm van hokjesdenken.
Als tiener raakt Comès, die al op jonge leeftijd als technisch tekenaar de kost verdient, in de ban van jazz en literatuur. Vooral de fantastische boeken van Jean Ray laten hem niet los. Op aandringen van zijn streekgenoten en Robbedoes-auteurs René Hausman en Paul Deliège waagt Comès zich aan het stripverhaal. Voor Pilote maakt hij in 1973 de barok vormgegeven SF-strip Ergün de dolende. Daarna ontdekt hij met De schaduw van de raaf de thema’s die hem niet meer zullen loslaten: oorlog, waanzin, natuur en zijn thuisstreek, de Ardennen. Een voorkeur voor de andere kant van de spiegel, noemt Comès het zelf. In zijn visie liggen logica en magie, liefde en wreedheid, verraderlijk dicht bij elkaar. Met soms extreem aangezette zwart-witcontrasten zuigt hij zijn lezers mee in zijn visionaire verhalen, zoals het klassiek geworden De dorpsgek van Schoonvergeten.