François Schuiten en Benoît Peeters laten hun stripreeks Duistere steden al 25 jaar lang vrolijk uit zijn voegen barsten. Naast getekende boeken omvat hun project ook tentoonstellingen, dvd’s, een hoorspel, een reisgids en een webstek…
In zijn jeugd moest de jonge François Schuiten van zijn vader, de architect Robert Schuiten, verplicht dingen uit het hoofd natekenen. Dat zou goed zijn voor de jonge knaap. Voor later. De Brusselse vijftiger (1956) kijkt er met gemengde gevoelens op terug. Maar zeker is dat in die kinderjaren de basis werd gelegd voor zijn even virtuoos als veelzijdig realisme. Een vorm van grafische dadendrang die maakt dat de architectenzoon al in 1973 debuteert in het stripblad Pilote. In de jaren daarna blijft Schuiten strips tekenen, eerst op scenario van zijn broer Luc Schuiten, daarna van Claude Renard, zijn docent aan de Saint-Luc Academie.
Ontzag
In 1982 slaat de getalenteerde tekenaar een nieuwe weg in. Samen met zijn leeftijdgenoot Benoît Peeters (1956), die in Parijs onder Roland Barthes filosofie heeft gestudeerd, gaat hij aan de slag voor het prestigieuze stripblad (Wordt vervolgd). Het duo mijdt zorgvuldig de gebaande paden. Hun strips draaien niet om een vaste hoofdpersoon, maar om een immer uitdijend universum. Er groeien stalen constructies als immense woekerplanten (De koorts van Urbicande), enorme bouwwerken priemen door het wolkendek (De toren) en oude steden worden er verzwolgen door afzichtelijke hoogbouw (Brüsel). De inwoners van de Duistere steden kijken vol ontzag om zich heen. Ze maken geen schijn van kans als klassieke helden de zaken naar hun hand te zetten. Ze mogen al blij zijn als ze in de Duistere steden een beetje de weg weten te vinden.
Grenzen
Waar François Schuiten met klassiek meesterschap imponeert, zet de theoreticus Peeters de culturele codes van architect Le Corbusier en stripmaker Hergé op scherp. In 1983 schrijft hij met De wereld van Hergé het definitieve achtergrondwerk over de geestelijk vader van Kuifje. Daarna volgen vele essays en beschouwingen over de taal van het stripverhaal en andere cultuuruitingen. Disciplinaire grenzen zijn aan Peeters niet besteed. Daarom zullen Schuiten en hij zichzelf nooit volledig ‘opsluiten’ in een traditionele stripreeks. De Brusselaars willen nieuwe opties nadrukkelijk openhouden. Bijvoorbeeld projecten in samenwerking met het Autriquehuis, het eerste gerealiseerde ontwerp van architect Victor Horta. Daar creëren Schuiten en Peeters in 2004 een ‘scenografie’ die Horta’s bouwwerk nieuw leven inblaast: eenzelfde soort vitaliteit als de Duistere steden nu al bijna drie decennia kenmerkt.