Het begon als een grap. ,,Als we onszelf nu eens uitroepen tot de École Pigalle,” riep François Avril halverwege jaren tachtig in een opwelling. Hij zal er met zijn collega-tekenaars smakelijk om gelachen hebben. Een kleine twee decennia later hoort Avril samen met Dupuy, Berberian en Petit-Roulet tot de top van de Franse beeldcultuur.
Avrils grap verwijst naar de levendige Parijse wijk Pigalle, waar hij midden jaren tachtig met een tiental andere gretige jonge grafici de Franse kunsten wel eens wat zal laten zien. Behalve Avril wonen en werken dan ook Philippe Dupuy, Charles Berberian, Ted Benoît en Jean-Yves Götting in Pigalle. De jongemannen – er zijn geen dames bij – delen hun belangstelling voor het klassieke beeldverhaal, eigentijdse vormgeving en het goede leven in het algemeen. Samen huren ze goedkope ateliers en bezoeken ze dezelfde feestjes. Inspiratie vinden de beginnende tekenaars allereerst in het verleden. Ze koesteren hun exemplaren van gedegen klare-lijnstrips als ‘Kuifje’ en ‘Blake & Mortimer’. De helderheid en onbezorgdheid van hun jeugdhelden vertaalt zich bij hen in swingende ronde lijnen en luchtige avonturenverhalen. Toch is het niet louter nostalgie wat de École Pigalle-auteurs drijft. In de straatjes rond de Place Pigalle houden ze de ogen goed open. Het veelkleurige Parijse leven dat ze daar om zich heen zien bewegen, houdt hun retrostijl opvallend actueel.
Onbekommerd
Inmiddels is de archetypische École Pigalle-auteur een eigen leven gaan leiden. Niet in werkelijkheid, maar op papier. In de persoon van Monsieur Jean – Meneer Johan in het Nederlands – maakt hij de laatste jaren furore als hoofdpersoon van een baanbrekende humoristische stripreeks van Dupuy en Berberian. De typische École Pigalle-jongeman ontpopt zich in deze strip tot een soort Woody Allen in Parijs. Een lachspiegel voor de hedendaagse stadsbewoner. De auteurs noemen Meneer Johan een samensmelting van Avril, Petit-Roulet en henzelf. De Parijzenaar slaat zich redelijk onbekommerd door het grootsteedse leven. Het enige wat hem als jonge schrijver wel eens parten speelt, is zijn onstuitbare fantasie. Zo roept een terloopse opmerking van een vriendin over kinderen bij hem al gauw beelden op van een woeste horde vrouwen gewapend met vervaarlijke biologische klokken.
Stroomversnelling
Met het klimmen van de jaren raakt het voortkabbelende leventje van Meneer Johan in een stroomversnelling. Onvermijdelijk vindt Meneer Johan kwakkelende vriendschappen en blokkerende toekomstdromen op zijn weg. In de strips van Dupuy en Berberian valt deze ontwikkeling samen met de overgang van korte gags naar langere, hecht gecomponeerde verhalen. De ongecompliceerde klare-lijnstijl van de eerste ‘Meneer Johan’-strips, met zijn van frisheid sprankelende Parijse bruggetjes en terrasjes, maakt dan plaats voor een losser, meer onthecht lijnenspel. Zoals in het autobiografische ‘Dagboek van ’n strip’, waarin Dupuy en Berberian hun jarenlange samenwerking op de ontleedtafel leggen en nieuwe hoogten weten te bereiken.
Veelzijdig
Vol overtuiging weten Dupuy en Berberian in ‘Dagboek van ’n strip’ duidelijk te maken dat ze zichzelf niet zozeer zien als stripmakers, maar als tekenaars, punt. En tekenaars voelen zich niet geroepen om de wereld louter in de kleine vierkantjes van de strippagina te vatten. Die schilderen net zo makkelijk elegante reisverslagen over Lissabon en New York, of maken illustraties voor ‘Cosmopolitan’ en ‘The New Yorker’. Ook van lucratief reclamewerk zijn tekenaars niet vies. Zo verzorgen Dupuy en Berberian al jarenlang de huisstijl van de Franse wijnketen Nicolas. Alles bij elkaar heeft het geleid tot een veelzijdig oeuvre. Tijdens de Stripdagen kan eenieder zich daarvan overtuigen in de Zanderzaal, waar in samenwerking met de Leuvense Stichting BeeldBeeld een indrukwekkend overzicht geboden wordt van het luchtige meesterschap van Dupuy-Berberian.
Optimisme
Met het groeiende succes is Avrils École Picalle-grap minder vrijpostig geworden. Net als Dupuy-Berberian hebben ook de andere Pigalle-auteurs vanuit hun vroegere retrostijl een volwassen en veelzijdig handschrift ontwikkeld. Gezamenlijk drukken zij zo een herkenbaar en imposant stempel op de Franse beeldcultuur. Een erg onbekommerd stempel ook, is het enige wat critici nog wel eens verzuchten. Inderdaad mogen de Pigalle-auteurs graag idealiseren. Lelijkheid is in hun visueel vocabulaire ver te zoeken. Naïef? Misschien. Maar ook van een aanstekelijk optimisme. En wie laat zich daar nu niet graag door meeslepen?
Zanderzaal, Groot Heiligland 47, za. en zo. van 10.00 tot 17.00
zie ook:
www.duber.net
Teksten voor festivalbrochure Stripdagen Haarlem 2002
Betoverende verstilling (kader)
Net als Dupuy en Berberian vond François Avril zichzelf in de formule minder is meer. Avrils huidige werk wortelt in de klassieke Europese strip, maar heeft zich van betaalbaar drukwerk naar de prentkunst en het schildersdoek verplaatst. In galerieën van Parijs en Amsterdam tot Tokio is Avril inmiddels een graag geziene gast. Met zijn beelden balanceert de Parijzenaar behendig tussen figuratie en abstractie. Op Avrils doeken en prenten met straatbeelden en vrouwenstudies lijkt de tijd te zijn stilgezet. Ze bieden een verstild spel van lijnen en vlakken, waarin Hergé plots heel dicht bij Miró blijkt te staan. In samenwerking met Galerie Lambiek biedt de bovenzaal van Café XO nu eenieder toegang tot de betoverende wereld van François Avril.
Café XO (bovenzaal), Grote Markt 8, za. en zo. van 10.00 tot 17.00
zie ook: http://www.lambiek.net/artists/a/avril.htm
Sprankelende eenvoud (kader)
Philippe Petit-Roulet munt uit in eenvoud. Dat was al zo in de opgewekte strips, die hij tekende in de jaren tachtig. Samen met François Avril stileerde hij Parijs tot de tekstloze essentie in ‘Soirs de Paris’ en in ‘Macumba River’ en ‘Papa-Dindon’ zette hij met een fijngevoelige jongeman al een vroege voorloper van Meneer Johan neer. Fraaie voorbeelden hiervan zijn te zien bij de expositie van Petit-Roulets werk in De Waag. Daarnaast een keur aan illustratiewerk voor ‘The New Yorker’, spits design voor het smaakvolle glaswerk van de Duitse firma Ritzenhoff en de hartveroverende cirkelmannetjes uit Petit-Roulets recente kinderboeken voor de Franse uitgever Seuil. Zie hoe eenvoud kan sprankelen en hoe onterecht het is dat Philippe Petit-Roulet hier te lande tot nu toe een onbekende is gebleven.
Galerie De Waag, Damstraat 29, za. en zo. van 10.00 tot 17.00
zie ook: http://www.lambiek.net/artists/p/petit_roulet.htm