Imposant overzicht van de opkomst en ondergang van de Sovjet-Unie.
(Vertaling van Revolutionary Russia, 1891-1991 voor Nieuw Amsterdam, 2014)
Citaten uit de pers
‘Een fascinerend boek over 100 jaar Russische geschiedenis. (…) Orlando Figes zelf heeft een vlotte pen, maar ook de Nederlandse vertaling van zijn boek is zeer leesbaar.’ The Post Online
‘Tussen 1891 en 1991 volgden de catastrofes op Russische bodem elkaar op. Weinigen kunnen zo veel rampspoed zo meeslepend en toegankelijk beschrijven als de Britse Ruslandhistoricus Orlando Figes.’ de Volkskrant
Inspiratie
Tijdens het werk aan Revolutionair Rusland heb ik dankbaar inspiratie geput uit deze nET eCHT media.
Leesfragment
Inleiding
Met dit boek wil ik een beknopt overzicht bieden van de longue durée van de Russische Revolutie door honderd jaar geschiedenis te beschouwen als één lange revolutionaire cyclus. Vandaar dat ik begin in de negentiende eeuw (meer specifiek 1891, toen de algemene verontwaardiging over de hongersnood van dat jaar voor het eerst de onvrede met de tsaristische alleenheerschappij blootlegde) en eindig met de val van het Sovjetbewind in 1991.
Het lijkt misschien vreemd om de Russische Revolutie te beschrijven als een historische gebeurtenis die een eeuw lang heeft geduurd. De meeste korte historische beschouwingen richten zich enkel op 1917 en de jaren ervoor en erna. Maar wie de ware oorsprong van de revolutie wil begrijpen, haar gewelddadige verloop en de tragische omslag van vrijheid in dictatuur, kan niet anders dan het tsaristisch bewind aan een nauwgezette analyse onderwerpen. En wie oog wil krijgen voor de langetermijngevolgen van de revolutie, moet die wel bezien tegen de achtergrond van de opkomst én ondergang van de Sovjet-Unie. Veel belangrijke thema’s uit de eerste hoofdstukken over de tsaristische tijd – het gebrek aan politiek tegenwicht tegen de almacht van de staat; de kloof tussen de geletterde klassen en het gewone volk; de armoede en achterstelling van het platteland die talloze boeren dwong op zoek te gaan naar een beter leven in de grote stad; de op dwang gebaseerde gezagsverhoudingen in Rusland en het extremisme van de socialistische intelligentsia – keren terug in de latere hoofdstukken over 1917 en het Sovjetbewind.
Wanneer liep de Russische Revolutie ten einde? Historici hebben diverse data gesuggereerd, afhankelijk van het verhaal dat ze wilden vertellen. Daar is op zich natuurlijk niks mis mee. Sommigen besloten hun verhaal te beëindigen in 1921, met het einde van de Russische Burgeroorlog, toen het gewapend verzet tegen de bolsjewieken eindelijk was neergeslagen en de Sovjetdictatuur was gevestigd. Anderen eindigden hun verhaal met de dood van Lenin in 1924, zoals ikzelf heb gedaan in Tragedie van een volk (een boek waaruit ik hier veelvuldig put), omdat tegen die tijd de voornaamste instituties van het stalinistisch bewind vaste voet aan de grond hadden gekregen. Een enkele korte historische beschouwing over de Russische Revolutie loopt door tot 1927, de nederlaag van Trotski en de Linkse Oppositie; of tot 1929, het begin van nieuwe revolutionaire onrust door de van bovenaf opgelegde industrialisatie en collectivisatie van het eerste vijfjarenplan, met de implicatie dat de stalinistische economie eigenlijk de belangrijkste uitkomst van 1917 vormde.
Een van de meest invloedrijke auteurs over de Sovjettijd, Sheila Fitzpatrick, liet haar beknopte geschiedenis van de Russische Revolutie medio jaren dertig eindigen: een periode waarin de oorspronkelijke utopische doelstellingen van de revolutie waren losgelaten en hadden plaatsgemaakt voor de structurele economische veranderingen van Stalins revolutie. Later heeft ze erkend dat ze daardoor de Grote Terreur van de jaren 1937 en 1938 afschilderde als een ‘monsterlijke nasleep’ van de Russische Revolutie, als een uitwas die voortkwam uit de angst voor een nieuwe oorlog die in de partijtop leefde, terwijl het schrikbewind feitelijk onlosmakelijk met de revolutie was verbonden: het was de grootste van een hele reeks terreurgolven die alleen uit de onzekerheid van het Sovjetbewind na 1917 kan worden verklaard. Wie in een geschiedenis van de Russische Revolutie voorbijgaat aan de Grote Terreur, gaf Fitzpatrick later toe, begaat eenzelfde misstap als wie over de Franse Revolutie van 1789 schrijft zonder in te gaan op de Terreur van de jaren 1793 en 1794, waar die later berucht om is geworden.1
De Grote Terreur was niet de laatste golf van geweld waaraan de Sovjetstaat zich schuldig maakte. Volgens Aleksandr Solzjenitsyn vormden de werkkampen van de Goelag de kern van het bolsjewistisch experiment. En het aantal dwangarbeiders in de Goelag was niet in 1938 het hoogst, maar in 1952. In dat opzicht kan een historische beschouwing over de Russische Revolutie dus niet eindigen bij de Grote Terreur. Maar het is evenmin erg juist de revolutie te laten eindigen in 1939 of 1941. De Tweede Wereldoorlog vormde geen onderbreking van de Russische Revolutie, de wereldoorlog verhevigde en verbreedde die juist. Het bolsjewisme toonde tijdens de oorlogsjaren feitelijk pas zijn ware aard: met zijn militaire discipline en zijn cultus van zelfopoffering, zijn bereidheid niet op een mensenleven meer of minder te kijken en zijn vermogen de volksmassa te drillen ten dienste van de planeconomie was het bolsjewisme bijzonder geschikt voor de gewapende strijd. De revolutie werd door de oorlog beproefd en kwam er sterker uit te voorschijn. Het Sovjetbewind zette het Rode Leger en eenheden van de geheime politie NKVD in en versterkte daardoor zijn greep op de grensgebieden in West-Oekraïne en de Baltische landen. De bolsjewieken kamden stad en land uit en voerden honderdduizenden nationalistische opstandelingen, gerepatrieerde soldaten en ‘collaborateurs met de Duitsers’ af naar de Goelag. Met harde hand exporteerden ze de Russische Revolutie naar Oost-Europa – voor het eerst in 1939 en 1940 en nogmaals in 1945.
In dat opzicht moet de Koude Oorlog worden gezien als de voortzetting van de internationale burgeroorlog die de bolsjewieken in 1917 waren begonnen. De mondiale ambities van de revolutionaire leiders bleven in de kern onveranderd, van hun eerste pogingen de Sovjetmacht in Europa te verbreiden door in 1920 Polen binnen te vallen tot hun laatste buitenlandse avontuur in Afghanistan, dat begon in 1979. Lenins machtsgreep ging uit van het idee dat de revolutie in een achtergebleven boerenland als Rusland niet lang kon standhouden, en dat ze niet buiten de steun kon van revoluties in de meer ontwikkelde industrielanden of in landen die beschikten over de grondstoffen die voor industriële ontwikkeling onmisbaar waren: zolang het kapitalisme bleef voortbestaan was een strijd op leven en dood tussen de socialistische en kapitalistische machten onvermijdelijk. In dat opzicht waren Stalin, Chroesjtsjov, Brezjnev, Andropov en zelfs Gorbatsjov allemaal leninisten.
Tot de val van het Sovjetbewind bleven alle Sovjetleiders geloven dat ze de revolutie voortzetten die door Lenin was uitgeroepen. Natuurlijk veranderde de manier waarop ze leiding gaven, vooral toen ze na de dood van Stalin minder nadrukkelijk een schrikbewind voerden, maar ze bleven zichzelf altijd beschouwen als de opvolgers van Lenin, als mensen die dezelfde utopische doelstellingen nastreefden als de oprichters van de Sovjetstaat: een communistische samenleving waarin het proletariaat in materieel opzicht niets tekortkwam en waarin een nieuwe, op het collectief gerichte mens kon gedijen. Vandaar dat er naar mijn idee veel voor te zeggen is de Russische Revolutie te zien als één lange cyclus van honderd jaar, die ten einde kwam met de ondergang van het Sovjetstelsel in 1991.
Leesfragment Echtmedia.net. Copyright bij de auteur.
De uitgever over Revolutionair Rusland