‘Monsieur Dix pourcent.’ Dat is de bijnaam van Jean van Hamme. Tien procent van de gehele stripjaaromzet (!) is te danken aan zijn creaties. De bedenker van Largo Winch, Thorgal en XIII nam een wijze beslissing, toen hij in 1976 zijn baan als baas van Philips-België opzegde.
Het begin van Van Hamme’s (1939) carrière als stripscenarist is direct verbonden met het roemruchte Kuifje-verleden. Voor Paul Cuvelier schrijft hij in 1968 het fantasyverhaal Epoxy. Samenwerken met een directe collega van Hergé: Van Hamme vindt het geweldig. In de tijden dat film en tv hem nog onbekend zijn, komt het weekblad Kuifje voor de Brusselse schoolknaap als een ‘schok’, zoals hij met warmte in het boek Le Lombard, un demi-siècle d’aventures in herinnering roept. Dat hij zelf ooit aan het blad zal mogen bijdragen, acht hij als Brusselse schooljongen ‘ondenkbaar’.
Maar dat is het niet. Het is zelfs maar het begin. Na gloriejaren in Kuifje met creaties als Harlekijn en Thorgal stoomt Van Hamme, geholpen door trouwe tekenaars als Grzegorz Rosinski, Francis Vallès en Philippe Francq, door. Met elk jaar een nieuw deel weet hij zijn reeksen tot absolute verkooptoppers uit te bouwen. ‘Meneer Tien procent’ is geboren. In 1996 keert hij terug naar zijn wortels. Dan blaast hij samen met tekenaar Ted Benoit E.P. Jacobs’ Blake en Mortimer nieuw leven in met een scenario voor De zaak Francis Blake.