Soms is de vertaling van een slotpassage uitdagender dan die van een openingszin. Zoals in het zojuist herdrukte Wat je niet vertelde: Een Russische familiegeschiedenis en de weg naar huis, waarin Mark Mazower zowel een ontroerend eerbetoon brengt aan overleden familieleden als uiting geeft aan zijn credo als zelfbewust historicus.
Wat je niet vertelde is een wonderlijk boek. De auteur van de monumentale synthese Duister continent: Europa in de twintigste eeuw vertelt in wezen nogmaals hetzelfde verhaal, zij het deze keer aan de hand van zijn eigen familiegeschiedenis. In plaats van een koel overzicht vanuit de cockpit van de wereldgeschiedenis biedt hij ditmaal een microscopische blik. Met als resultaat indringende persoonlijke verhalen die ons recente verleden extra kleur op de wangen geven.De Britse schrijver, die internationale geschiedenis doceert aan de New Yorkse Columbia University, begint redelijk conventioneel, met een openingszin die iedere oudere lezer door de ziel zal snijden: ‘Ik dacht dat ik pa goed kende, maar op de dag van zijn overlijden begon ik te beseffen hoe weinig ik eigenlijk van zijn leven wist.’ Vervolgens biedt hij rake karakterschetsen van onder anderen zijn vader, die in Londen vier zonen grootbracht en als zakenman werkte, en zijn opa, die in Wilna als revolutionair streed tegen de Russische tsaar. De halfbroer van zijn vader bewonderde Francisco Franco en verhuisde naar Spanje. In de familiegeschiedenis van de Russische, joodse Mazowers komen liberale democratie, socialisme en fascisme samen – de drie ideologische hoofdstromingen van het twintigste-eeuwse Europa die Mazower in Duister continent naar voren haalt. Hoe persoonlijk zijn verhaal ook is, Mark Mazower blijft te werk gaan als een zelfbewust historicus: hij presenteert alleen de gegevens die hij kon natrekken. Wat ‘niet werd verteld’ en ook elders niet te verifiëren viel, brengt Mazower uitdrukkelijk onder voorbehoud. In Wat je niet vertelde zien we een zorgvuldig historicus aan het werk, voortdurend wikkend en wegend wat de beschikbare bronnen prijsgeven – en wat niet. Soms met blijvende stilte tot gevolg.
Prikkelend beeld
Aan het slot van zijn boek blikt Mazower terug op het leven van zijn voorouders. Hij bedenkt wat er resteert van zijn ouderlijke woning, meer in het bijzonder van het tuinhuisje dat zijn zorgzame, praktische vader jarenlang gebruikte als klusruimte voor alle grote en kleine reparaties in het kinderrijke huishouden. Het brengt de schrijver tot de volgende observatie:
‘The shed is empty now and the tools have found new homes, which is what he would have wanted. But it still stands in the old place, and the trees and hedges are starting to grow up around it and honeysuckle is beginning to unpick the lock.’
Het is een prikkelend beeld dat tevens een botanische uitdaging inhoudt. Het Engelse werkwoord ‘to unpick’ betekent letterlijk ‘lostornen’, doorgaans in relatie tot het lospeuteren van steken en naden. Nou is kamperfoelie (honeysuckle) een enthousiaste woekerplant, maar een heel slot wrikt hij niet zomaar uit zijn voegen. En de plant forceert het slot evenmin, want dan zou ‘picking the lock’ veel meer voor de hand hebben gelegen.
Iets dieper graven in de Engelse taal bood zicht op een oplossing. ‘To unpick’ heeft namelijk ook een suggestieve bijbetekenis als ‘ontraadselen’, bijvoorbeeld ‘to unpick a riddle’. Deze betekenis biedt een uitnodigend opstapje naar wat de kamperfoelie bij het tuinhuisje van Mazowers vader werkelijk zou kunnen overbrengen. Een opstapje dat bevestigd wordt door de foto die bij deze laatste regels staat afgedrukt. Eerder in zijn boek verwijst Mazower expliciet naar het werk van W.G. Sebald. Sebald staat bekend om zijn eigenzinnige gebruik van beeldmateriaal: hij voert vaak foto’s op die niet letterlijk naar zijn teksten verwijzen, maar er eerder als een soort stemmige sfeerbeelden tegenaan schuren. Op een vergelijkbare manier toont Mazower hier een foto van een enthousiast woekerende plant die echter niet bepaald kamperfoelie-achtig aandoet – en een slot valt ook al nergens te bekennen.
Slingerplant
De plant bij het tuinhuisje staat niet toevallig op de voorlaatste pagina van What You Did Not Tell. Hij vormt een passend slotakkoord, een Sebaldiaanse bespiegeling over het schrijven van geschiedenis. In de oude werkplaats van zijn overleden vader herkent Mark Mazower een treffend beeld van zijn metier als historicus. Het verleden als een slot waar geen enkele sleutel meer op past. Hoe ijverig Mazower in Wat je niet vertelde ook ooggetuigen opspoort en speurt in archieven – en hij gaat buitengewoon volhardend te werk – zijn familiegeschiedenis laat zich enkel nog deels ontraadselen. Noem het de tragiek van de historicus: een weigerachtig slot omdat de tijd niet stilstaat, maar liever kruipt als een woekerplant.
Na het uitproberen van een tiental verschillende vertaalalternatieven kwam ik uit op twee Nederlandse zinnen, die naar mijn idee maximaal recht doen aan de complexiteit die het werkwoord ‘to unpick’ hier ter afsluiting van Mazowers pakkende en fijnzinnige familiegeschiedenis oproept. De kamperfoelie speelt nog steeds de hoofdrol, de ‘hedges’ verwijzen (zoals eerder in het boek) nog altijd nadrukkelijk naar het Britse landschap en een extra bijzin maakt het de kamperfoelie mogelijk te doen wat kamperfoelies – net als historici – nu eenmaal niet laten kunnen:
‘Het schuurtje is nu leeg en de gereedschappen hebben elders een nieuw thuis gevonden, precies zoals hij zou hebben gewild. Maar het staat nog altijd op zijn oude plek, en de bomen, hagen en planten in de buurt groeien gestaag door, waarbij de kamperfoelie inmiddels woekert in de richting van het slot.’
Toon Dohmen
Gepubliceerd op de website van Athenaeum (mei 2018)