Uitg. Oogachtend; 70 pl.; zwart-wit; slappe kaft; € 14,00
Een opgesmukte parochiezaal met een houten karrenwiel aan de muur en een discobol aan het plafond. Welkom in de wereld van Ringo. Ringo heet eigenlijk Maurice (naar zijn opa), maar zijn vrienden vonden de voornaam van de jolige Beatles-drummer toepasselijker. Niet dat Ringo ooit als popidool door duizenden meisjeskelen is toegejuicht, want als Vlaamse student mag hij al blij zijn met een verlegen flirt tijdens de zaterdagavonddisco. Ringo deert het allemaal niet. Hij beschikt over genoeg fantasie om de ingetogen charme van zijn eigen alledaagse omgeving in te zien. Daarin lijkt hij op Conz (ook al zo’n bijnaam), die zijn strip gedreven op papier heeft gezet.
Tijdens een van de vele discoavondjes ontmoet Ringo de ongecompliceerde Hanne, zijn eerste vriendinnetje. Zij gooit zijn kalme leventje meteen in de hoogste versnelling, totdat hij in al zijn overmoedige jongensromantiek een goede vriend van haar schoffeert… met een rechtse directe. Hanne maakt het uit, het leven gaat verder. Jaren later loopt Ringo zijn oude lief toevallig tijdens de kerstinkopen weer tegen het lijf. Hij zal Hanne achterna reizen tot aan de andere kant van de aardbol.
Uit Conz’ verhaal over de eerste grote liefde in het leven van zijn hoofdpersoon spreekt hetzelfde ongecompliceerde speelplezier als uit de vroege singletjes van Ringo’s muzikale helden. Net als in Conz’ enthousiast ontvangen debuut Toen ik nog baas van de wereld was vertelt de stripmaker zijn liefdesverhaal met een gemak alsof hij zijn leven lang al niets anders doet. Op de juiste momenten geeft hij zijn verhaal lucht met langere tekstloze passages en kruidt hij de kleinsteedse Vlaamse wereld van zijn hoofdpersoon met prikkelende fantasievoorstellingen. Als de vertrekhal van het vliegveld Zaventem bij het afscheid van de hoofdpersoon letterlijk in brokstukken uiteenvalt, voel je moeiteloos met hem mee. Dat zijn knappe scènes, die de soms wat moeizame gezichtsuitdrukkingen van Conz’ personages (het enige minpuntje van de strip) meteen doen vergeten.
Na het dichtslaan van Ringo vraag je je direct af hoe de hoofdpersoon zich in de twee nog volgende delen van De tweede kus door zijn amoureuze groeistuipen heen gaat slaan. En vooral wat hij al die tijd in de nogal raadselachtige figuur van Hanne heeft gezien. Vragen die bewijzen dat Conz zijn personages overtuigend tot leven heeft weten te wekken. Dat is geen geringe prestatie van de Vlaamse twintiger en belooft veel goeds voor de toekomst. Ook de Beatles zijn ooit begonnen als boys next door. Conz lijkt dat te beseffen en reikt in De tweede kus naar grote hoogten door dicht bij huis te blijven.
Toon Dohmen
Gepubliceerd in ZozoLala (2005)