Hans G. Kresse (1921-1992) was een groot liefhebber van de natuur. Dat spreekt uit zijn verhalen over Indianen en Noormannen. Maar ook uit zijn liefdevolle studie van flora en fauna op papier. Kresse wordt algemeen gezien als de beste Nederlandse realistische stripmaker. Hij begint zijn loopbaan, zoals veel van zijn generatiegenoten, bij een scouting-tijdschrift, De verkenner. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moet Kresse onderduiken en komt hij bij de illegale tak van de Toonder Studio’s terecht. Na de oorlog begint hij zijn vermaarde reeks Eric de Noorman. De avonturen van Eric en zijn zoon Erwin duren voort tot 1965 – daarnaast illustreert Kresse vele boeken, waaronder Arendsoog, en tekent hij onder meer de series Zorro en Vidocq. In 1973 vindt Kresse eindelijk de rust voor de start van zijn meest ambitieuze strip: de Indianenreeks. Daarin portretteert hij een Apache-stam vanaf het eerste contact met de blanken tot de uiteindelijke ondergang.
Jeugd
Op de plek waar je nu staat hebben vroeger Noormannen rondgelopen. Met hun drakkar-schepen voeren zij over de wereldzeeën, op zoek naar rijkdom en avontuur. De Noormannen-koning Eric is de hoofdpersoon van de strips van Hans G. Kresse. Hij is een echte held, altijd dapper en oprecht. Zijn zoon Erwin, die later de hoofdrol in de strips ging spelen, is ook wel eens eigenwijs en driftig. Vader en zoon Noorman hebben voor hete vuren gestaan. Op hun vele reizen liepen zij steevast boosaardige snuiters tegen het lijf: Bor Khan en Atilla de Hun, Lauri de Magiër en verschillende afschrikwekkende monsters.
Kenners
Een werktafel, een schrijfmachine en veel boeken. Zo ziet de werkkamer van Hans G. Kresse eruit. Als natuurliefhebber woont Kresse graag op een rustige plek buiten de stad. Daar wijdt hij zich in alle rust aan zijn werk. Als jongeman is Kresse erg onder de indruk van de Tarzan- en Prins Valiant-strips van de Amerikaan Hal Foster (1892-1982). Daaruit spreekt een academisch realisme, waarin de jonge tekenaar zijn eigen ambities herkent. Niet toevallig hoort Tarzan van de apen tot Kresses vroegste werk. Na de oorlog experimenteert de twintiger Kresse met een Toonder-achtige dierenstrip, Robby (1945-1946), en sf-humor, Per atoomraket naar Mars (1946). Maar daarna kiest hij definitief voor het realisme. In 1963 start hij de tekststrip Eric de Noorman. Daarin leeft hij volop zijn voorkeur uit voor de natuur en de voor-moderne geschiedenis. Kresses realisme gaat zelfs zo ver dat hij zijn hoofdpersoon Eric met de jaren ouder laat worden. Ook in zijn werkwijze gaat Kresse ver: voor het Eric de Noorman-verhaal De witte raaf tekent hij op stroken van bijna een halve meter breed. Geen wonder dat hij in de loop van de jaren ook tientallen schilderijen wijdde aan zijn werelden op papier.
Copywriting voor kabinetten Nederlands Stripmuseum Groningen