Uitg. Silvester; 32 pag.; harde kaft; € 9,99
De Franse uitgever Guy Delcourt merkte begin jaren negentig op dat het pover gesteld was met de hedendaagse kinderstrip. De meeste kinderstrips die hij zag kwamen van concurrent Dupuis, stonden vol grote neuzen en draaiden al jaren mee. En dat terwijl kinderen de striplezers van de toekomst zijn. Vanuit die gedachte startte Delcourt de collectie Jeunesse. Koning Snotneus is een van de eerste titels uit die collectie die nu – dertien jaar na dato – in het Nederlands wordt vertaald.
Tekenaar Fabrice Parme en productiekanon Lewis Trondheim stellen in hun reeks een onuitstaanbaar jongetje centraal. Een jongetje dat zichzelf koning waant. Vanuit zijn paleis zet hij de wereld naar zijn hand. Jammer alleen voor het jongetje dat zijn zelfbedachte heldendaden steevast uitlopen op vorstelijke vergissingen. Gelukkig is er dan altijd nog zijn volwassen staf om hem uit de penarie te halen.
Leuk aan de strip is dat hij zich op twee niveaus laat lezen. Kinderen zullen zwelgen in de baldadigheid van koning Adalbert. Met zijn natuurlijke autoriteit doet hij allemaal dingen die eigenlijk niet mogen, zoals het verbannen van alle andere kinderen en hen vervangen door replica’s van zichzelf. Ouders kunnen op hun beurt gniffelen om de impulsiviteit van hun o-zo-gewenste krengetjes.
Ook visueel is Koning Snotneus om door een ringetje te halen. Parme brengt het verhaal met bewonderenswaardig gemak. Hij tekent de pagina’s zonder kaders – net als Trondheim in zijn solokinderreeks Monstrueux – en met heerlijk fantasievolle overdrijving.
Delcourt had het dus goed gezien: de kinderstrip kon anno jaren negentig grafisch en inhoudelijk best wat brutaler. En de Nederlandse lezertjes kunnen zich nog vele verjaardagen en sinterklazen verheugen, want Koning Snotneus is in Frankrijk inmiddels reeds aanbeland bij deel zeven.
Gepubliceerd in ZozoLala (2004)