Diverse auteurs
Uitg. Casterman; 320 pl.; zwart-wit; slappe kaft; € 15,95
Een leuk idee. Dat is de opzet van Japan zeker. Stuur een paar getalenteerde stripmakers naar een ver buitenland en laat ze strips maken over wat ze daar allemaal zien. Helemaal origineel is het niet, want de Franse uitgeverij L’Association stuurde enkele jaren geleden al eens stripmakers naar Egypte en Mexico met dezelfde opdracht. Dat leverde toen alleraardigste reisverslagen op van onder anderen Thomas Ott, Golo en Jean-Christophe Menu. Helaas haalt Japan die klasse niet.
Op zich is dat vreemd. Want Frédéric Boilet, de samensteller van de bundel, ging nog een veelbelovende stap verder dan zijn collega’s van L’Association. Behalve negen Franstalige stripmakers nodigde hij ook acht Japanners uit om over hun dagelijkse leefomgeving te vertellen. Je zou denken dat dat behalve een blik van buitenaf ook een mooi inkijkje van binnenuit oplevert. Maar vreemd genoeg komt dat in Japan niet overtuigend uit de verf.
De Franse auteurs leveren wisselende reisverslagen af vol verwondering over de vreemde cultuur waarin zij op uitnodiging van Boilet twee weken lang mochten vertoeven. Zo tekenen François Schuiten en Benoît Peeters een fraai fictief toekomstbeeld over de populaire cultuur in Osaka: een soort futuristische extrapolatie van wat zij daar aan geavanceerde technologie en popcultuur te verstouwen kregen. Ook Nicolas de Crécy levert een lezenswaardig verslag af over een wel heel opmerkelijke alien die compleet met Franse manager zijn weg moet vinden in de hedendaagse Japanse grootstad. Tegen deze amusante Europese bijdragen steken die van de Japanse auteurs helaas nogal bleekjes af. Zij vertellen zelden over het dagelijks leven in Japan, maar hoofdzakelijk over de Japanse mythologie. Met uitzondering van de strips van Kan Takahama en Daisuké Igarishi levert dat nogal obligate, soms zelfs ronduit raadselachtige observaties op over dennenkrekels, digitale camera’s en uit navels groeiende zonnenbloemen.
De kloof tussen de Japanse en Europese manier van stripmaken is kennelijk toch groter dan verwacht. Of de opdracht die de Franse en Japanse auteurs kregen, was te verschillend. Wat ook de oorzaak ervan mag zijn, de stripbundel Japan hangt nu nogal als los zand aan elkaar. Net als bij de bundel tekstloze strips Comix 2000 van vijf jaar geleden wisselen de hoogtepunten (hierboven genoemd) en dieptepunten (Emmanuel Guibert, Moyoko Anno) elkaar zonder veel samenhang af.
Japan is daardoor alleen interessant leesvoer voor onvoorwaardelijke liefhebbers van het Aziatische land en voor gevorderde stripliefhebbers die kennis willen maken met nieuwe, nog niet in het Nederlands vertaalde auteurs. Een groter publiek zal bij het lezen van Japan toch meer dan eens niet-begrijpend de wenkbrauwen fronsen. En dat is toch een beetje mager voor een leuk idee. Hier had meer in gezeten, denk je dan.
Gepubliceerd in ZozoLala 146 (2006)