Van Linthout & Yves Leclercq
Uitg. Casterman; 80 pl.; zwart-wit; slappe kaft; € 12,50
Op een ochtend wordt de jonge Bud Leroy wakker in de Mississippidelta. Pa zit in het gevang, ma scharrelt met moeite haar kostje bij elkaar. De jonge Bud heeft het niet getroffen. Samen met zijn moeder woont hij in bij zijn humeurige oma, de buurtkinderen pesten hem. Om te bewijzen dat hij toch geen loser is, dwingt hij zichzelf door een eng moeras te lopen. Daar hoort hij door de mistflarden heen een magisch geluid. Gegrepen door de klanken ontwikkelt hij op zijn gitaar een bluesstemming die hem wereldberoemd zal maken.
Dat is het verhaal van de Conquistador, zoals Bud Leroy dat aan de vooravond van zijn laatste concert vertelt aan zijn jonge, blanke medegitarist. De delta, armoede, drank, jukejoints, hellehonden, alle clichés rond de blues komen voorbij. Het is de verdienste van scenarist Yves Leclercq dat de overbekende bluesakkoorden toch niet gaan irriteren. Leclercq laat de fragmenten uit Bud Leroys levensverhaal soepel in elkaar overlopen en laat bovenal voldoende ruimte aan tekenaar Georges van Linthout om zijn tekenpen te laten schuren en janken. Het zijn Van Linthouts tekeningen die Conquistador op een hoger plan tillen. Weg zijn de wat stroeve klare-lijnbeelden uit zijn eerdere strips Lou Smog en Twins, die de middelmaat maar niet wilden ontstijgen. In Conquistador gebruikt hij een losse potloodstijl, die hij volume geeft met gewassen inkt. Zijn beelden ogen daardoor open en overtuigend, wat nog eens versterkt wordt door de fraaie, gevarieerde plaatindelingen die hij hanteert. Met Conquistador bewijst Georges van Linthout ver over zijn eigen schaduw heen te kunnen springen.
Door het ontbreken van een dwingende verhaallijn moet Conquistador het vooral hebben van sfeer. Sfeer die duidelijk oprijst uit het gepassioneerde samenspel van Van Linthout en Leclercq. Maar helaas voor de auteurs is sfeer bij uitstek vatbaar voor subtiliteiten. En dan moet je als vertaler dus niet bij herhaling aan het ‘panikeren’ slaan. Bij Vlaamse uitdrukkingen als “dat is een ander paar mouwen” ziet de Nederlandse lezer namelijk al gauw de frietkoten voor zich oprijzen uit de Mississippidelta. Als de letteraar dan ook nog een (sterk van de Franse versie afwijkende) computerletter gebruikt die eerder op bonbondozen past dan in een kale recht-uit-het-hart-bluesstrip, dan blijft er van de sfeer weinig meer over. Dan krijg je als lezer zelf nogal de blues.
Gepubliceerd in ZozoLala 141 (2005)