Het verhaal van Johan van Zanten is moeilijk te geloven. Al op zijn zevenentwintigste heeft hij met Swah? een eigen dagstrip in een regionaal dagblad. Een podium voor zijn eigen werk waar andere tekenaars vaak jarenlang moeizaam voor moeten lobbyen. Daarnaast wordt Swah? in boekvorm uitgeven en enthousiast door pers en publiek onthaald. En wat doet Johan van Zanten? Hij zet zijn dagstrip na twee jaar stop.
Swah? gaat in 2002 van start in het Noordhollands Dagblad. Niet alleen doordat Johan van Zanten (1975) zich op de juiste tijd en op de juiste plek aandient. Maar eerst en vooral omdat Swah? vaak erg grappig is. Bovendien heeft de strip een onmiddellijk herkenbaar smoel. Van Zanten tekent Swah? zo kaal mogelijk. Een logisch gevolg van zijn voorliefde voor de minimalistische ontwerpen van architecten als Mies van der Rohe en Tadao Ando.
“Zij zijn in hun materiaalgebruik heel sober – beton, hout, staal – toch zijn hun ontwerpen heel plastisch. Dat streef ik ook na. Met minimale middelen zoveel mogelijk plezier. Noem het minimalisme zonder calvinisme. Er mag best wat lol aan beleefd worden.”
Van Zantens vrolijke minimalisme wordt vaak vergeleken met de bekende Italiaanse tekenfilms over La linea. Maar dat is toeval, zegt de auteur.
“Die vergelijking met La linea heb ik pas gehoord toen ik al met Swah? bezig was. Voor mij was de tv-serie geen belangrijke inspiratiebron. Dat mannetje van La linea is echt een driftkikkertje. Hij is getekend met dikkere lijnen en de grappen drijven vaak op slapstick. Vergeleken daarbij is Swah? breekbaarder, minder stoer. De opzet was dat Swah? heel universeel moest zijn: geen herkenbare figuurtjes, maar heel sec De Man en De Vrouw.”
Van Zanten begint zijn krantenstrip na moeizame ervaringen tijdens zijn eerste baan, bij een Amsterdams architectenbureau.
“De vrijheid bij het ontwerpen die ik kende uit mijn studie Bouwkunde in Eindhoven, bleek in de praktijk enorm te worden beperkt. Allerlei wettelijke en financiële grenzen dicteerden wat er mogelijk was. Na een jaar bij het architectenbureau wist ik: als ik dit blijf doen, word ik gek. Dus toen heb ik ontslag genomen.”
Een illusie armer trekt de twintiger naar het zuidelijkste puntje van Spanje. Omdat je daar zo aangenaam kunt windsurfen. Maar ook om na te denken. Sinds het begin van zijn studietijd heeft hij nauwelijks meer getekend. In Spanje begint het opeens weer te kriebelen boven zijn schrijfblok. Van Zanten schetst zomaar wat voor zich weg. Zo ontstaan de drie kale hokjes van Swah?
“Opeens vond ik het weer leuk om te tekenen. Het was alsof ik uit een jarenlange tekencoma was ontwaakt. Het mannetje in de drie hokjes ademde een sfeer die me erg aansprak: een beetje droog, een beetje cynisch.”
Terug in Nederland houdt het plezier in het tekenen van Swah? aan. Van Zanten stuurt gretig proefstrookjes naar de verschillende dagbladen. Na een half jaar is het raak. Dan kan hij bij het Noordhollands Dagblad beginnen.
“Het begin was fantastisch. Ik kon in totale vrijheid maken wat ik had bedacht. Precies wat in de architectuur niet mogelijk was. Het was alsof ik een boom had geschapen waarvan ik de vruchten alleen maar hoefde te plukken. Aan het begin van de week zaaide ik een aantal ideeën. Rond donderdag waren die dan rijp genoeg om op te sturen naar de krant.”
Maar na twee jaar belandt Van Zanten op een dood punt. Waar de ideeën eerst vanzelf leken te komen, krijgt hij nu het gevoel dat hij moet forceren. Van de weeromstuit tekent hij het Swah?-mannetje met een grote ketting om zijn nek.
“Ik had het gevoel dat ik te vaak moest oogsten. Dat de ideeën eigenlijk meer tijd nodig hadden om rijp te worden. Een soort geestelijke overbegrazing. Op zich was de kwaliteit nog wel redelijk, maar het moest te veel uit mijn tenen komen.”
April dit jaar, na 475 afleveringen, zet Van Zanten zijn dagstrip definitief stop. Hij wil andere dingen proberen: illustraties maken, logo’s en websites ontwerpen.
“Ik teken nu heel veel verschillende dingen. Achteraf gezien was dat de makke van Swah?: door de tijdsdruk kon ik mijn ambachtelijke kant als tekenaar niet verder ontwikkelen. Daar werk ik nu dus aan. Als ik me daar weer goed over voel, begin ik misschien weer aan strips. Maar de komende jaren eerder wekelijks dan elke dag.”
Gepubliceerd in ZozoLala 137 (2004)
De twee bundels van Swah? zijn verschenen bij uitgeverij BeeDee.